Gisteren stroomde de Amsterdamse Stadsschouwburg vol voor Het Geluk/Gelijk van Limburg. Marcia Luyten en Petra Stienen presenteerden onder die titel een avondvullend programma met onder meer Connie Palmen, Twan Huys, Peter Buwalda, Gé Reinders, Saskia Dekkers, Wim Pijbes, Leon Verdonschot, Atzo Nicolaï en Lilianne Ploumen. Gezamenlijk zetten zij hun tanden in de vraag ‘wat kan de Randstad leren van Limburg?’. Dat wormvormig aanhangsel, bemind als buitenland, bespot om al het andere: de innigheid tussen politiek en economie, de eigen taal. Maar Limburg staat nog onvoldoende bekend als laboratorium voor internationalisme, kunst en nieuwe economie.
De twee successchrijfsters vertelden met een potpourri aan Limburgse verhalen iets over waar Nederland nu staat, en waar het wel of niet naartoe moet. De verkiezingen en referenda in VS en UK laten zien dat grote verschuivingen vaak plaatsvinden buiten de traditionele machtscentra. Ze schreven daarover eerder deze week al een scherpe analyse in NRC. Voorbij alle clichés sprak Twan Huys in zijn energieke opening dan ook over ‘swingstate Limburg’. De sfeer zat er meteen goed in. Zelfbewust en monter. Niks Calimero. Niks gejeremieer. Het glorieuze gevoel van Rowwen Hèze in Paradiso.
Lees de rest van dit artikel op Zuiderlicht
Lees ook:
Dit verslag van Leonie Cornips op Neerlandistiek, elektronisch tijdschrift voor de neerlandistiek sinds 1992 en dit verslag op Sjannesblog.